Wat sociaal wenselijk is, dat weten we allemaal wel een beetje te benoemen. Het is waarschijnlijk hoe we zijn opgevoed en het is ook waar je misschien tegenaan loopt als je zelf kinderen hebt gekregen of met kinderen werkt. Wat hoor je te doen, wat wordt van je verwacht en wat past niet in de samenleving.
Autisme
Laat ik gelijk met de deur in huis vallen over autisme. Want ja, wij hebben nu eenmaal een anders werkend brein en ik denk dat er meer mensen zijn met een ander werkend brein. Zoals mensen met ADHD, hoogsensitiviteit, en nog veel en veel meer. Maar op de één of andere manier hebben we dan ons nog steeds aan te passen aan de norm. De norm is; doe wat iedereen doet, val niet teveel op, wees niet te luidruchtig, wees bescheiden, laat je ongenoegen niet merken en heb zo min mogelijk emoties.
Als autist kan ik je nu wel zeggen, doen wat iedereen doet, dat is niet zo gemakkelijk. Dit heb ik mijn hele leven gemerkt en ik heb hier ook mijn hele leven mee geworsteld. Maar ik wist toen nog niet dat ik autisme had. Dus met alles waar ik moeite mee had. School, vriendinnen, een baan zoeken, het had een reden. Ik wist die reden helaas alleen niet. Ik heb me altijd anders gevoeld. Een alien, misschien iemand die geadopteerd is en dus niet binnen een gezin past. Een ander heeft dit niet in hele erge mate aan mij gemerkt, want ik heb perfect geleerd mij aan te passen.
Dit is wat natuurlijk veel voorkomt bij meisjes met autisme. Maar ook iets wat niet iedereen met autisme kan. Dus de mensen met autisme die niet kunnen maskeren, die zich gewoonweg niet anders kunnen voordoen als zichzelf zijn bij voorbaat f*cked in deze samenleving. Want dat is lastig en onhandig en iets wat we er allemaal niet bij kunnen hebben. Dat krijg je natuurlijk al mee als je start op de basisschool want we moeten hier allemaal hetzelfde doen en als dat niet lukt, dan ben je raar en anders.
Maar goed, ik heb heel goed geleerd wat sociaal wenselijk gedrag is. En toch ben ik nu op een punt dat ik het niet altijd meer kan opbrengen.
Wenselijk gedrag
Want wat is eigenlijk wenselijk. Dat is verschillend per gezin, per leerkracht, per baan en per sociale situatie. Maar over het algemeen weten we wel een beetje wat het inhoudt. Je bent sociaal, stelt je geïnteresseerd op naar de ander, bent behulpzaam, houd je aan de regels en houd je emoties voor jezelf behalve als het blije of vrolijke emoties zijn.
Wat ik van mijzelf verwachtte als wenselijk gedrag was op school vooral niet opvallen, geen grote mond, geen emoties die lastig zijn voor de ander, behulpzaam zijn en vooral nog voor de ander aan lopen, niet te vaak stil zitten of niks doen, maar bezig blijven. Dit ging eigenlijk ook wel zo door toen ik aan het werk ging. Ik heb altijd wel het gevoel gehad dat ik voor 90% voldeed aan het wenselijke gedrag. Terwijl ik dat eigenlijk niet op kon brengen.
Met vriendinnen ging dat met ups en downs. Want waar ik het aan het begin van de middelbare school moeite had met vriendinnen krijgen en behouden bloeide ik op, op de beroepsopleiding en wist ik hier met gemak vriendschappen op te bouwen. Ik vertoonde een lange tijd erg sociaal wenselijk gedrag, op de werkvloer en in mijn sociale leven.
Moederschap
Toen ik moeder werd veranderde er iets in mij. Eerst projecteerde ik mijn genoten opvoeding op dat van mijn kinderen. En ik weet dat ik daarin een aantal dingen al op jonge leeftijd heb veroorzaakt bij mijn kinderen. Ze vertonen namelijk heel erg sociaal gewenst gedrag. Ze pakten nooit dingen van de tafel als ze klein waren, hadden geen grote mond, gooiden geen dingen om bij anderen. Mijn dochter had soms wat meer moeite hiermee in winkels bijvoorbeeld, maar mijn zoontje heeft echt nooit wat “verkeerd” gedaan. Nu wou ik dat ik ze losser had gelaten. Dat ik een ander meer tot “last” was geweest met mijn kinderen. Nu zie ik dat mensen die dit wel doen alsnog ook gewoon worden geaccepteerd en waarschijnlijk kinderen hebben die het makkelijker hebben in het leven. Ik wou dat ik niet zo vreselijk bang was geweest voor wat men vond van het gedrag van mijn kinderen.
Soms ben ik bang dat dat mede de reden is dat mijn kinderen niet voor zichzelf durven op te komen in de klas. Of dat ze hun plek niet durven in te nemen in de samenleving. Bij onze dochter gaat dat wel wat makkelijker, maar ons zoontje zit nu al 11 maanden thuis van school. Door angst, door faalangst en omdat hij alleen maar enorm bang is om fouten te maken. Bang is dat er iemand zijn stem tegen hem verheft. Komt dit omdat ik ze sociaal wenselijk heb geprobeerd te programmeren? Ik hoop het niet. Maar ik heb wel veel geleerd van dit alles. Ik heb geleerd hoe ook basisscholen volgens een vast programma draaien. Hoe ouders kunnen zijn als je kind niet mee kan komen.
Dat sociaal wenselijk betekent, zoveel mogelijk vriendjes, verjaardagen met zoveel mogelijk bezoek en zoveel mogelijk kindjes op je feestje. Sporten omdat iedereen dat doet. Meedoen aan buitenschoolse activiteiten. Het liefst deelnemen aan één of andere commissie op school. En bij dit alles is het gewoon, kan je kind dit niet, doet het niet mee, dan hoor je er niet bij. Je kind hoort er niet langer bij.
Dus als moeder ben ik heel anders gaan aankijken tegen sociaal wenselijk gedrag. Mijn kinderen zijn mijn spiegels geworden en laten mij heel goed zien hoe het anders moet in de samenleving.
Nep-heid
Vandaag plaatste ik een bericht op Instagram over ‘te eerlijk’ zijn. Want dit is waar ik in de afgelopen tien jaren wel echt tegenaan ben gelopen. Ik was te eerlijk. Tegen vriendinnen, tegen familie, tegen ouders van klasgenoten en vooral op social media. Ik zorg voor plaatsvervangende schaamte. De samenleving is namelijk niet gemaakt voor eerlijkheid. De samenleving wil dat we allemaal dit plaatje voorhouden. Van hoe succesvol, sociaal bezet en blij we zijn met alles wat we doen in ons leven.
Social media zorgt voor herkenning als je de juiste platformen voor jou volgt. Maar zit je vast in een sociale cirkel van nep-heid en volg je de mensen die alleen posten om showen, zoals ‘lekker wat drinken met die ene vriendin waar ik eergisteren nog over heb geroddeld tegen een andere vriendin.’ ‘Tegen die vriendin zeggen dat ik echt klaar ben met die ene persoon om er vervolgens wel mee op vakantie te gaan, want dat is toch leuk.’ Duizenden foto’s van kinderen die meedoen met sportwedstrijden, de avondvierdaagse, één of andere hardloopwedstrijd, de medailles vliegen je om de oren. Want onze kinderen zijn allemaal kleine wondertjes die het allemaal kunnen. En deze kinderen wordt ook allemaal geleerd dat ze het ook allemaal MOETEN kunnen. Want wat is er anders nog, dan momenten die gefotografeerd kunnen worden en successen die gedeeld kunnen worden.
Dan heb je nog de moedercommissies op school. De moederhelden die het allemaal doen. Die naast hun drukke baan en gezinsleven ook nog actief aanwezig zijn op school en bij sportverenigingen van de kids. En het is allemaal leuk. Het is allemaal blijheid en schoolmoeder/vriendinnen. Want het is blijkbaar wenselijk dat je vriendinnen wordt met moeders van de vrienden van je kind? En het is nog meer wenselijk als je daar dan ook activiteiten mee onderneemt. En natuurlijk, een klik is een klik. Maar het is gelukkig ook wel heel sociaal wenselijk.
Ik kan het niet meer opbrengen. Ik kan niet meer tegen de nep-heid. Ik heb alleen nog ruimte en energie voor echte connecties, voor echte verbindingen, voor echte gesprekken. En ja met alles wat ik in me heb kan ik het opbrengen aanwezig te zijn bij schoolse acitviteiten en een geanimeerd gesprek voelen met een andere ouder. Ik kan vrolijk aan de zijlijn staan bij de avondvierdaagse en best een keer luizen pluizen. Maar dat gevoel wat ik altijd voel, dat anderen denken dat ze beter zijn of hoger staan dan een ander in één of andere bepaalde rangorde van super moms. I can’t do it anymore.
En natuurlijk blijf ik nog steeds sociaal netjes, maar niet langer sociaal wenselijk.